Wanneer mensen voor het eerst bij ons komen rijden, kijken ze vaak even verbaasd om zich heen: “Jullie paarden staan niet op stal?!” Nee, onze paarden staan over het algemeen 24 uur per dag buiten. Ze kunnen zelf kiezen waar ze willen staan. We hebben een grote loopstal in de oude koeienstal en een kleinere loopstal aan de andere kant van het terrein. Daartussen hebben ze voldoende ruimte om lekker te bewegen en elkaar te ontlopen. In de zomer hebben ze toegang tot de grote wei, en in de winter – als de wei te nat is – mogen ze vaker de bak in om daar extra hun benen te strekken.

Naast voldoende bewegingsruimte vinden we het belangrijk dat de paarden (bijna) de hele dag toegang hebben tot ruwvoer. Daarom zijn er meerdere voerplekken met voordroog en ligt er in de grote loopstal stro om op te knabbelen. Dit zorgt ervoor dat de paarden zich meer als echte paarden kunnen gedragen: ze kunnen rennen en spelen met hun vriendjes, waardoor ze niet te veel energie opbouwen door opgesloten te staan in een stal. Hier plukken we in de lessen dan weer de vruchten van! Maar ze kunnen ook heerlijk languit samen dutten en op hun gemak knabbelen. Dit is de manier waarop wij graag paarden houden!

Natuurlijk zijn er uitzonderingen. We hebben twee paarden die minder goed in de kudde passen. Zij hebben elk hun eigen paddock met een afdak en staan – als het weer het toelaat – samen in de wei. De enige paarden die ’s nachts wél op stal gaan, zijn mijn wedstrijdpaarden, omdat zij krachtvoer krijgen. Daarnaast gaat Gipsy op stal vanwege haar leeftijd en extra voedingsbehoeften. Prup en Uk staan ’s nachts binnen om te voorkomen dat ze te zwaar worden. De rest van de pony’s eten samen en krijgen, indien nodig, een bakje krachtvoer.

Een klein nadeel van deze opzet is dat het in regenachtige periodes lastiger is om alles schoon te houden. Modder blijft een uitdaging, hoewel we de meeste paden deels verhard hebben. We mesten ongeveer drie keer per dag uit om alles zo netjes mogelijk te houden, maar ja… een paar hoopjes blijven er altijd liggen – die produceren ze genoeg met z’n allen!

Maar als ik naar de paarden kijk, heb ik sterk het gevoel dat ze gelukkig zijn met onze manier van paarden houden.